Deel 2:
Laetitia kwam, zag en overwon
(bekijk hier het pdf-bestand)
Ze was een leerling die vaak schreeuwend over de gangen liep. Soms was er geen land met haar te bezeilen. Maar door intensieve samenwerking tussen leerling, moeder, school en de juiste hulp werd duidelijk dat Laetitia (18) een stevige vorm van ADHD had. Medicijnen hebben haar geholpen, net als de gesprekken met docenten en de begeleiding van andere professionals op school. Ze functioneerde vervolgens prima, rondde haar stage succesvol af en heeft nu een reguliere baan van 40 uur. Vier betrokkenen vertellen hun verhaal.
Mentor Eline Zeelen:
“Ik heb Laetitia ervaren als een drukke leerling en het kostte haar duidelijk veel moeite om geconcentreerd aan het werk te blijven. Ze moest vaak weg uit de les omdat ze voor onrust zorgde in de klas. Er zijn veel gesprekken geweest met haar moeder en de diverse docenten. Positief en welwillend was Laetitia wel, ze wist alleen niet goed hoe ze de situatie kon verbeteren. In overleg met alle betrokkenen hebben we een aantal afspraken gemaakt.
Zo heeft Laetitia in de pauzes een tijdje in een aparte ruimte gezeten om meer rust te hebben, dat is nu niet meer nodig. In het begin had ze ook een schriftje om bij te houden hoe het ging, ook dat hoefde later niet meer. En ze slikt haar medicijnen nu ook zelfstandig. Met kleine stapjes boekte ze steeds meer vooruitgang. De sector Horeca bleek haar ding. De stageplek heeft haar een beeld gegeven van de toekomst en ze kon meer praktijkervaring opdoen. Ze zat duidelijker lekkerder in haar vel.
Wildveld was voor haar de juiste plek. In de beginjaren had ze veel aandacht nodig. De extra begeleiding van collega Emelie (red.: van Advies & begeleiding) heeft goed geholpen. Haar moeder stond ook achter de school en heeft veel ondersteuning gegeven. Het is een totaalplaatje van passende school, betrokken moeder en extra begeleiding. Nu heeft Laetitia een baan van 40 uur in de horeca. Dit is wat ze leuk vindt, wat ze wil. Ze is nu een vlotte, enthousiaste meid met het hart op de tong en ze heeft een mooie plek gevonden in de maatschappij, waar ze zich prettig voelt.”
Gedragswetenschapper Emelie Bartelds:
“Ik was vrij snel betrokken bij de zorg voor Laetitia. De belangrijkste hulpvraag had in eerste instantie te maken met rouwverwerking, omdat haar vader was overleden. Sociaal ging het moeilijk op school. Ze had moeite om niet in conflict te komen met medeleerlingen en docenten, ze was heel impulsief en druk en kon doorschieten in emoties. Dat had te maken met onzekerheid. Laetitia kon negatief over zichzelf denken en had veel bevestiging nodig. Ze wilde gezien en gehoord worden.
Met al die aspecten zijn we bezig geweest in de begeleiding. Vanuit mij was dat zowel begeleiding in het team, als begeleiding van Laetitia en gesprekken met haar moeder. Hoe kon ze beter in haar vel komen en zekerder zijn van zichzelf? Ik zag intussen wel dat er meer was dan alleen rouw. Ik zag ook signalen van ADHD en heb daarom externe hulpverlening geadviseerd. Na onderzoek is toen ADHD vastgesteld. Het gaat niet om het etiketje, maar je snapt daardoor waarom sommige dingen lastig zijn. Daar kun je niets aan doen maar je kunt er wel rekening mee houden.
We hebben toen onder meer gewerkt met de stoplichtmethode. Zodra ze in het rood kwam, wist ze: ik heb een time-out nodig. Op die manier leerde ze haar eigen gedrag onder controle te krijgen. Ook kon ze met activiteiten buiten de klas haar onrust kwijtraken. Als team hebben we gekeken hoe we Laetitia in een positieve rol konden zetten, zodat haar positieve en vrolijke kant beter naar boven komt. Het is belangrijk haar niet alleen te beoordelen op het storende gedrag, maar meer gericht te zijn op haar kwaliteiten. Ze heeft gevoeld dat ze hier mag zijn wie ze is. Daardoor is ze gegroeid en meer volwassen geworden, en heeft ze meer verantwoordelijkheid genomen.
Laetitia heeft meer kwaliteiten bij zichzelf kunnen ontdekken doordat ze niet voortdurend te horen kreeg wat ze niet goed deed. Ze kwam de laatste jaren altijd uit zichzelf melden of het goed of niet goed ging. Ook kwam ze vaak bij me zitten werken. Haar rooster was maatwerk. We hebben samen gekeken: wat heeft ze nodig en hoe kun je daarbij aansluiten? De begeleiding, een rustmomentje en het aangepaste rooster bleken goed uit te pakken. En dat ze nu die baan heeft, is echt fantastisch!”
Leerling Laetitia:
“Ik vond de verhuizing van Utrecht naar Venlo heel lastig. Zo’n nieuwe stad waar je de weg niet kent en waar iedereen heel anders praat. Inmiddels kan ik geen Utrechts meer. Laatst zei ik ‘haije’ tegen de Utrechtse buurmeisjes van mijn oma en ze wisten niet wat ze hoorden. In het verleden ben ik veel gepest en ik was bang dat het hier ook zou gebeuren. Daarom was ik vaak druk in de klas en schold ik veel. Ik wilde iedereen laten zien wie ik ben.
Het verlies van mijn vader heb ik altijd erg moeilijk gevonden. Ik dacht dat het mijn schuld was dat hij is overleden. Op school waren er veel dagen dat ik aan hem dacht. Omdat ik dan niet wilde huilen, werd ik kwaad op anderen. Dan zei ik de hele dag ‘hou je bek’ tegen iedereen. Over mijn vader heb ik veel gepraat met Emelie en daardoor ging het ieder jaar een stukje beter.
Eerst wilde ik naar de sector Zorg. Ik wilde iets met kinderen doen, werken op een kinderdagverblijf ofzo. Mijn eerste twee stages vond ik niet erg leuk. Ik ben toen naar de sector Horeca gegaan en dat past beter bij mij. Vooral bediening vind ik leuk. En het werd eigenlijk pas echt leuk tijdens de stage bij het restaurant van een tuincentrum. Daar mocht ik meteen van alles doen: koken, afwassen, mensen helpen. Ik heb daar een jaar stage gelopen en nu heb ik daar een fulltime baan gekregen.
School vond ik in het begin leuk en op het eind leuker. Ik voelde me wel trots om op het Wildveld te zitten, dat is een excellente school! Met de meeste docenten had ik een goede klik, dat was ook heel persoonlijk. Die ga ik wel missen nu ik klaar ben op school. Binnenkort heb ik alleen nog de diploma-uitreiking. Maar dan ga ik echt niet huilen, hoor!”
Moeder Annuska:
“Vanwege mijn nieuwe vriend zijn we zes jaar geleden van Utrecht naar Venlo verhuisd. Laetitia ging in Utrecht al naar speciaal onderwijs en is toen naar het Wildveld gekomen. Ik heb geprobeerd haar naar het vmbo te krijgen. Ik had liever dat ze vmbo deed om uiteindelijk een nationaal erkend diploma te krijgen, dat is toch belangrijk in Nederland. Wat moet ze nou zonder diploma, heb ik vaak gedacht. Wat als ze geen baan krijgt?
Het was voor haar wel even wennen hier. Het was ook niet makkelijk allemaal: vader verloren, verhuisd. Ze voelde zich eenzaam en wilde op een bepaalde manier aandacht. Thuis is ze heel anders dan op school, daar wil ze zichzelf bewijzen. Als ze kwaad werd was het soms heel moeilijk om nog tot haar door te dringen. Gelukkig konden de vaste mentoren dan nog wel met haar praten.
Toen we het advies kregen om haar te laten onderzoeken op ADHD was ik verbaasd. Dat had ik eerder bij haar broer verwacht. Na de diagnose is ze aan de Ritalin gegaan en toen ging het echt veel beter. Ze had plezier in school en stond na de schoolvakanties als eerste bij het schoolplein te wachten. De vriendschap met Giovanni, een jongen die hier ook op school kwam, heeft haar veel goed gedaan. Ze mocht op een gegeven moment tijdens de pauzes van het schoolplein af, als ze maar bij Giovanni was. Dan vertrouwde ik het wel.
Praktijkonderwijs was beter voor haar dan vmbo. Zij voelde zich er goed bij en als zij zich goed voelt bij het onderwijs, moet ik me aanpassen. Haar broer zit nu op het vmbo en als ik dat zie, weet ik dat het niks voor Laetitia is. Ik twijfel absoluut niet meer aan praktijkonderwijs. Met de stages kon ze ervaren hoe het is om te werken en dat was heel goed voor haar. Ik had niet verwacht dat ze nog voor het eind van het schooljaar een baan zou vinden. We hebben veel gesprekken gehad op school en iedereen heeft ons goed begeleid. Het is haar gelukt en daar ben ik heel blij om. Ik ben ontzettend trots op haar.”