Er zijn veel leerlingen met autisme die op didactisch gebied moeiteloos een Mbo-opleiding kunnen afronden. Echter kijkend naar de sociale aspecten en gevraagde competenties kan dit moeizaam verlopen. Mensen met een stoornis binnen het autisme spectrum hebben een sociale beperking, met hun intelligentie hoeft niets mis te zijn.
Binnen het Mbo worden leerlingen opgeleid om een beroep uit te gaan oefenen. Hierbij wordt ook gevraagd naar competenties, zoals: op een collegiale manier samenwerken, flexibel reageren op onverwachte situaties en je kunnen inleven in de wensen van een klant. Daarnaast staat binnen een Mbo-niveau 4 opleiding ook het kunnen leidinggeven centraal waarbij de vaardigheden omgaan met medewerkers, overzicht houden, probleem oplossen, communiceren, motiveren en zelfinzicht een grote rol spelen.
Kunnen leerlingen met autisme problematiek dan nog wel een Mbo-diploma (niveau 4) halen?
Als ambulant begeleider binnen het VO en Mbo zie ik dat leerlingen met autisme binnen de opleiding vaker moeite hebben met het begrijpen van sociale situaties, het samenwerken met klasgenoten, de social talk in pauzes en het op een adequate manier communiceren met anderen. Zo heb ik een jongere met autisme (ik noem hem even Jaap) begeleid binnen een economische opleiding (niveau 4, leerjaar 2) die qua cijfers voldoende staat voor alle vakken, maar moeite heeft met de sociale aspecten. Hij maakte weinig oogcontact, vindt het lastig om een gesprek te beginnen, voelt zich zichtbaar ongemakkelijk in contact met anderen en klapt dicht bij telefoongesprekken.
Cognitieve theorieën
Kijkend naar verklaringen voor deze sociale problemen zijn er verschillende cognitieve theorieën die deze autisme spectrum stoornis-kenmerken (deels) verklaren:
- De bekendste is de ‘Theory of Mind’, waarbij het gaat om het vermogen om zich in te kunnen leven in de ander. Bij mensen met een autisme spectrum stoornis ontbreekt dit inlevingsvermogen, waardoor er niet of niet gepast gereageerd kan worden op de omgeving.
- De tweede theorie is die van de ‘Centrale Coherentie’. Mensen met autisme zijn gericht op details en ze zijn niet goed in staat om de losse prikkels samen te voegen tot een betekenisvol geheel. Dit kan een voordeel zijn bij werkzaamheden waarbij details belangrijk zijn, maar het is een nadeel bij sociale situaties en het begrijpen van de juiste context in taal.
- De derde theorie is dat mensen met autisme problemen hebben met hun ‘executieve functies’; de uitvoerende regelfuncties. Hierdoor hebben zij meer moeite met o.a. het plannen en organiseren, aandacht richten, emotieregulatie, het afremmen van gedrag en cognitieve flexibiliteit.
Als je beschreven competenties naast de cognitieve therapieën legt is het duidelijk dat dit voor leerlingen met autisme ontzettend lastig is.
Sociale omgangsvormen
Als ambulant begeleider probeer ik deze leerlingen sociale omgangsvormen aan te leren. Dit doe ik door o.a. psycho-educatie, het uitleggen van sociale situaties, het uitleggen van grapjes/sarcasme en het inzicht geven in emoties met bijbehorende gezichtsuitdrukkingen. Ook aanpassingen in de omgeving helpen deze leerlingen om goed te kunnen functioneren. Echter zullen er op sociaal en communicatief gebied altijd moeilijkheden blijven.
Autisme interessant voor bedrijfsleven
Puur kijkend naar de gevraagde competenties wordt het leerlingen met een autisme spectrum stoornis wel zeer moeilijk gemaakt om een diploma te kunnen halen. Maar zijn al deze competenties in het bedrijfsleven noodzakelijk? Er zijn namelijk ook verschillende grote bedrijven, zoals ASML en Philips, die juist op zoek zijn naar medewerkers met autisme. Autisme brengt namelijk ook kwaliteiten met zich mee die voor een bedrijf interessant kunnen zijn: nauwkeurig, sterk analytisch vermogen, betrouwbaar, stiptheid, geconcentreerd kunnen werken, perfectionisme en hoog verantwoordelijkheidsgevoel.
In het geval van Jaap heeft hij door het spelen van rollenspellen en het voeren van telefoongesprekken ervaren hoe dit gaat, wat hij kan doen en zeggen. Hiermee is ook het richten op de ogen/ gezicht in een gesprek verbeterd en gaat Jaap soms in gesprek met een klasgenoot. Op dit moment loopt hij stage bij een klein bedrijf, dat ervaring heeft met werknemers met autisme. Het lukt Jaap om in de pauzes contact te maken met collega’s en telefoongesprekken te voeren met klanten. Door de juiste match (leerling-bedrijf), de geboden begeleiding op school en de begeleiding op de stageplek lukt het Jaap om goed te functioneren op deze stageplek. Maar is dit voldoende om te voldoen aan alle gevraagde competenties vanuit de opleiding?
Competenties per vakgebied
Het zou goed zijn de gevraagde competenties per vakgebied in kaart te brengen. Zo spelen bijvoorbeeld de sociale competenties een grotere rol in beroepen binnen zorg en welzijn, dan binnen technische en economische beroepen. Daarnaast zouden diploma’s gesplitst kunnen worden in een cijferdeel én een competentiedeel, zodat afgestudeerde leerlingen en bedrijven hiermee beter een match kunnen maken.
Het is in ieder geval van belang dat ROC’s en bedrijven met elkaar hierover in gesprek gaan. Het is namelijk duidelijk dat het richten op de kwaliteiten van de leerlingen met autisme, in plaats van het belichten van de beperkingen, kan leiden tot een win-win situatie voor zowel de leerling als het bedrijfsleven.
Contact
Heb je een vraag of wil je meer weten over autisme, neem gerust contact met me op:
Marianne Draak
[email protected]
06 42740359