Aan het begin van deze fase wordt in gezamenlijk overleg aan de hand van het ontwikkelperspectief een concreter beeld geschetst van de toekomst van de leerling. Er is een theoretisch programma en de praktijkvakken worden al meer toegespitst op het toekomstperspectief. De leerling heeft de mogelijkheid om datgene dat ze in de theorielessen leren zo veel mogelijk in de praktijk te gebruiken.